Cookie Consent

Door op "Accepteren" te klikken, gaat u akkoord met het opslaan van cookies op uw apparaat om sitenavigatie te verbeteren, sitegebruik te analyseren en te helpen bij onze marketinginspanningen. Bekijk ons privacybeleid voor meer informatie.

Leer jouw zenuwstelsel kennen

15/4/2024
Alex van der Hoeff
Burn-out
Leer jouw zenuwstelsel kennen

Tijdens een themadag -verzorgd door Wianda Psychologenpraktijk - gingen we samen met collega's van Effectyf dieper in op ons zenuwstelsel aan de hand van de polyvagaaltheorie. Het doel is het (willen!) leren kennen van ons zenuwstelsel, zodat we hier meer invloed op kunnen uitoefenen en daarmee op ons eigen gedrag in verschillende situaties. We delen de kennis graag.

Polyvagaal

Poly = veel en vagus = zwerft: je zenuwstelsel zwerft met veel paden (door het lichaam). De polyvagaaltheorie gaat ervan uit dat ons zenuwstelsel meerdere verdedigingsstrategieën hanteert wanneer we stress ervaren. Denk aan vechten, vluchten of bevriezen. Het doorgronden van jouw respons op verschillende reacties en het doen van oefeningen, vergroot jouw invloed op het zenuwstelsel en jouw veerkracht. Je leert hierdoor op een andere manier omgaan met lastige gevoelens.

Het zenuwstelsel

In ons lichaam zijn er allerlei systemen in werking, een belangrijk systeem is ons zenuwstelsel. Ons zenuwstelsel vormt een ingenieus netwerk van zenuwcellen dat met elkaar verbonden is en heeft daarbij een belangrijke werking binnen ons lichaam. In het kort zou je het kunnen zien als een netwerk waarbij informatie van de hersenen naar verschillende delen van het lichaam wordt gestuurd, en andersom. Zo lukt het ons om de zintuigen te gebruiken of om de spieren aan te sturen.

We maken daarbij onderscheid tussen het animale zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. Het animale zenuwstelsel staat in verbinding met je gedachten en vrije wil. Je kunt bijvoorbeeld ja-knikken wanneer je dat wilt: dit stuur je zelf aan. Anderzijds is er het autonome zenuwstelsel, dat automatisch functioneert. Het regelt de zaken in je lichaam waarover je niet hoeft na te denken, zoals je spijsvertering en het kloppen van je hart. Deze systemen worden ook geactiveerd wanner je stress ervaart en bepalen voor een bepaalde mate hoe je reageert op bepaalde situaties.

Bron: Brainnetwork

Autonoom, sympatisch en parasympatisch

De taak van het autonome zenuwstelsel is om ons in leven te houden als het veilig is en als er gevaar dreigt. Het autonome zenuwstelsel stuurt autonome (automatische) processen in ons lichaam aan, zoals o.a. ademhaling, hartslag, spijsvertering, speeksel- en zweetproductie, pupillen en voortplantingsorganen.

Het sympatische zenuwstelsel is als het ware ons gaspedaal. We hebben dit zenuwstelsel nodig voor dagelijkse bezigheden maar ook voor vechten/vluchten in bedreigende situaties (sympatisch).

Het parasympatische zenuwstelsel is als het ware onze rem. Je gebruikt het om te ontspannen, maar ook om je af te sluiten of te verdwijnen in levensbedreigende situaties (dorsaal vagaal) en om te socializen/verbinden in veilige situaties (ventraal vagaal).

Drie basisprincipes

Hoe houdt het zenuwstelsel ons in leven? Hiervoor zijn drie basisprincipes geformuleerd die we hieronder toelichten.

1. Neuroceptie

Dit houdt in dat je continu onbewust scant of je situatie veilig is. Dit doe je op drie niveaus: intern (zelf), extern (omgeving) en intra (mensen onderling). Dit bepaalt of de situatie als veilig, bedreigend of levensbedreigend ervaart.

2. Hiërarchie

Er zijn drie neurale routes in dienst van overleving: Ventraal vagaal, sympatisch en dorsaal vagaal. Afhankelijk van de staat van veiligheid dat jouw autonome zenuwstelsel waarneemt, leg je een route af. Ook weer te geven als een stoplicht of een ladder: groen betekent dat je je verbonden voelt en innerlijke rust en plezier ervaart. Bij geel voel je gevaar, je bent alert en klaar om te vechten of te vluchten. Rood is het stadium waarin je jezelf afsluit en als het ware verdwijnt.

3. Co-regulatie

Dit principe gaat ervan uit dat we veilig zijn als we bij de groep blijven. Ons autonome zenuwstelsel wordt gevormd en gereguleerd door onze interactie met anderen.

Neuroceptie, hiërarchie en co-regulatie interacteren met elkaar en zijn van invloed op hoe we ons leven ervaren.

Flexibiliteit van het zenuwstelsel

Met kennis van het zenuwstelsel, kun je ontdekken hoe jouw eigen zenuwstelsel werkt. Met behulp van oefeningen kun je leren vooruit of achteruit te gaan in de drie stadia, ofwel de ladder op en af. Wanneer naast je triggers ook je glimmers kent, dingen waardoor je balans, energie en ontspanning ervaart, kun je terugkomen in je flow.  Door oefeningen kun je je draagkracht vergroten en kan je autonome zenuwstelsel steeds flexibeler worden.

Glimmers zijn micro-momenten van ventraal vagale energie - je voelt je even in balans met jezelf en je omgeving. Er is een moment van ontspanning en je ervaart veiligheid. Een glimmer is het tegenovergesteld van een trigger en kan klein of groot zijn.

Bijvoorbeeld: Een mooie zonsondergang, een goed gemaakte cappuccino, ABBA op de radio, een bloesemboom, glimlach van je dochter, hakken uit bij thuiskomst, foto van die leuke vakantie.

Met triggers zijn we meer bekend, de momenten waarop je je ineens ontregeld voelt, je fight/ flight wordt geactiveerd (je sympathicus neemt het over), bewust of onbewust. De energie in je lichaam verandert, je wordt geactiveerd of gemobiliseerd – je voelt een (heftige) emotie, je moet of wilt iets doen – als je dat niet kunt of durft kan het zo zijn, dat je gelijk ‘door-getriggerd’ wordt naar dorsaal, ofwel stadium rood. Triggers zijn signalen van gevaar (cues of danger).

Bijvoorbeeld: iemand anders komt te laat, ikzelf kom te laat, het eten smaakt vies, slechte koffie, bumperklevers, je collega doet onaardig, je staat in de verkeerde rij bij de kassa.

Aan de slag met een oefening

  • Kies een recente situatie (ervaring) om mee te werken (iets kleins) – iets waarin je ontregeld was (sympathisch of dorsaal);
  • Vertel het verhaal aan de ander in het kort door de bril waarin je het oorspronkelijk ervaren hebt bv. sympathisch;
  • Vertel deze situatie dan vanuit de andere ontregelde toestand (bv. dorsaal) door de bril van die toestand;
  • Tot slot, vertel dezelfde situatie met de bril vanuit de ventrale toestand;
  • Wissel daarna af.

We nodigen je uit om kennis te maken met jouw eigen zenuwstelsel. Leer jouw glimmers en triggers kennen, vergroot je bewustzijn en krijg meer grip op jouw gedrag in verschillende situaties.

Bron: Wianda Psychologenpraktijk

Bekijk de wereld van complex verzuim door diverse brillen